De meeste kinderen kunnen de lessen op school goed volgen. Maar niet ieder kind is hetzelfde. Sommige kinderen hebben op school extra ondersteuning nodig. Soms is er meer nodig dan de school kan bieden en moet het kind naar een andere school in de regio. Dat kan een andere basisschool zijn of een school voor gespecialiseerd onderwijs: speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Elk kind met een ondersteuningsbehoefte moet in de regio waar hij of zij woont onderwijs krijgen dat bij hem of haar past. Dat heet passend onderwijs. Scholen moeten ervoor zorgen dat een kind hulp krijgt op school, of hulp krijgt op een passende andere plek. Dat is geregeld met de zorgplicht passend onderwijs die scholen hebben.
Wat betekent ondersteuning op school?
Elke school geeft ondersteuning aan kinderen die dat nodig hebben. Dat wordt basisondersteuning genoemd. Wat de school precies voor basisondersteuning geeft, staat in het schoolondersteuningsprofiel (SOP). Als je kind méér ondersteuning nodig heeft, noem je dat extra ondersteuning. Dit staat ook in het schoolondersteuningsprofiel. De school regelt dit zelf. Wat er in het SOP staat kunt u vinden op de website van de school, of je kunt er naar vragen bij de directeur van de school. Lees hierover meer bij de vragen ‘Wat is een schoolondersteuningsprofiel (SOP)?’, ‘Wat is basisondersteuning?’ en ‘Wat is extra ondersteuning?’. Zeeluwe-basisondersteuning en SOP.
Wat is een samenwerkingsverband?
Scholen (schoolbesturen) voor regulier onderwijs, speciaal basis onderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so) werken in een bepaald gebied samen om te zorgen voor passend onderwijs. Dat heet een samenwerkingsverband (SWV). Een samenwerkingsverband zorgt ervoor dat ieder kind dat dit nodig heeft extra ondersteuning krijgt of naar een speciale school kan gaan. De scholen in het samenwerkingsverband spreken samen af hoe ze dat regelen. Sommige samenwerkingsverbanden verdelen het geld voor passend onderwijs onder de scholen. Daarmee zorgen de scholen zelf voor extra ondersteuning voor de leerlingen. Het is goed te weten wat de afspraken zijn in het samenwerkingsverband waar binnen de school van het kind valt. Deze afspraken staan in een ondersteuningsplan. Dat kun je opvragen bij het samenwerkingsverband of op de website vinden. Lees hierover meer bij de vraag ‘Wat is een ondersteuningsplan?’
Wat is Zeeluwe?
Het samenwerkingsverband Zeeluwe bestaat uit alle basisscholen uit de gemeenten Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Nijkerk, Putten en Zeewolde. Hier vallen 106 scholen
voor regulier basisonderwijs, 4 scholen voor gespecialiseerd basisonderwijs en 6 scholen speciaal onderwijs onder. Een klein aantal scholen is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Berséba is het samenwerkingsverband van de reformatorische basisscholen en speciale (basis)scholen. Meer informatie over Berséba kunt u hier vinden: https://berseba.nl/ Ongeveer 20.000 kinderen volgen onderwijs op de scholen binnen het samenwerkingsverband. De naam Zeeluwe komt van de samenvoeging Zeewolde en Veluwe. Samen Zeeluwe.
Wat is het schoolmodel?
Bij de start van Zeeluwe is gekozen om te werken met het schoolmodel. Dit betekent dat alle schoolbesturen het overgrote gedeelte van het geld ontvangt om de ondersteuning op school te regelen. Hier is voor gekozen omdat de regio erg verschillend is, met acht verschillende gemeentes en drie jeugdhulpregio’s. Door per gemeente meer samen te werken, wordt aan de scholen ruimte geboden om het onderwijs en de ondersteuning zo dicht mogelijk bij huis te organiseren. Binnen het samenwerkingsverband Zeeluwe is er in elke gemeente een ‘lokale tafel’ actief. Procesbegeleiders zijn verantwoordelijk voor het versterken van de samenwerking tussen de scholen. Onderwerpen waar de lokale tafel aan werkt, zijn onder andere hoogbegaafdheid, doorstroom vanuit voorschoolse educatie (VVE), terugplaatsing vanuit speciaal (basis)onderwijs naar regulier onderwijs, thuiszitters en samenwerking met jeugdzorg. Wanneer de school zelf niet kan bieden wat een leerling nodig heeft, dan heeft zij vanuit zorgplicht de verplichting om samen met de ouders een passende plek voor de leerling te vinden. In lastige situaties, waarin een oplossing niet makkelijk gevonden wordt sluit een medewerker van het samenwerkingsverband aan. Ouders hoeven dit niet alleen te doen. Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor een dekkende onderwijs- en ondersteuningsstructuur in het onderwijs, zodat alle kinderen passend onderwijs ontvangen. Zeeluwe informeert, inspireert, faciliteert en houdt toezicht op het ondersteuningsaanbod, de kwaliteit en de realisatie van het dekkend netwerk.
Wat is een ontwikkelingsperspectief (OPP)?
Als de school van jouw kind denkt dat jouw kind meer nodig heeft dan de basisondersteuning, maakt de school een plan. In dat plan staat hoe de school jouw kind gaat helpen om zich fijn te voelen en zo goed mogelijk te kunnen leren. Dat doet de school met doelen om aan te werken. Dit plan heet een ontwikkelingsperspectief. Ook als je kind op speciaal (basis) onderwijs zit, of daarnaartoe gaat, moet de school een ontwikkelingsperspectief maken. Meestal doet de intern begeleider (IB’er) dat in samenwerking met de leerkracht van jouw kind. De school praat met jou over de doelen die in het ontwikkelingsperspectief komen. En over hoe de school je kind gaat helpen die te halen. Het ontwikkelingsperspectief bestaat ten minste uit twee delen, het uitstroomprofiel en het handelingsdeel. In het uitstroomprofiel staat naar welk niveau van vervolgonderwijs de school met jouw kind toewerkt. Op welk niveau is jouw kind aan het eind van de basisschool? En wat voor soort onderwijs kan jouw kind volgen ná de basisschool?
Het andere deel van het ontwikkelingsperspectief is het handelingsdeel. Dit gaat over de extra ondersteuning die jouw kind krijgt om de doelen te bereiken. Ook hierover overlegt de school met jou. Dit heet ook wel een ‘Op Overeenstemming Gericht Overleg’ of ‘OOGO’. Over het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief moeten jij en de school het samen eens worden. Dit heet instemmingsrecht. De school vraagt jou dan meestal om een handtekening te zetten om te laten zien dat jij het ermee eens bent. De school moet minimaal één keer per jaar met jou over het ontwikkelingsperspectief praten.
Wanneer maakt de school een ontwikkelingsperspectief (OPP)?
Als jouw kind méér ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning, maakt de school samen met ouders een plan met doelen. Dit plan noem je het ontwikkelingsperspectief. Lees hierover meer bij de vragen ‘Wat is een ontwikkelingsperspectief?’ ‘Wat is basisondersteuning?’ en ‘Wat is extra ondersteuning?’.
Welke rol hebben ouders/verzorger bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectief?
Op school wordt er overleg gevoerd met ouders over het ontwikkelingsperspectief (OPP). Minstens één keer per jaar wordt het OPP geëvalueerd. Als een leerling op het gespecialiseerd onderwijs zit, wordt tijdens de evaluatie ook gekeken naar de mogelijkheid om terug te keren naar het een gewone basisschool. Ouders hebben het recht om in te stemmen met het handelingsdeel van het OPP. In dit deel staat welke ondersteuning de school wil bieden aan een leerling met extra ondersteuning. Het handelingsdeel is een verplicht onderdeel van het OPP waar ouders instemmingsrecht op hebben. Dit betekent dat ouders mogen meepraten en meebeslissen over de ondersteuning die aan hun kind wordt geboden. Het handelingsdeel wordt vastgesteld nadat overeenstemming is bereikt tussen de school en ouders. Ouders moeten hiervoor tekenen.
Wat is Instemmingsrecht?
Instemmingsrecht gaat over de volgende zaken:
- Welke hulp de leerling extra krijgt.
- Aanpassingen in de lesstof
- Onderzoek en extra ondersteuning voor de leerling
- Aanpassingen van bovenstaande extra ondersteuning tijdens de evaluatie.
Instemmingsrecht is niet van toepassing op het uitstroomperspectief; ouders hoeven hier niet mee in te stemmen. In het uitstroomperspectief geeft de school aan wat de verwachting is dat een leerling aan het eind van zijn of haar basisschool zal bereiken. Dit wordt gedaan door de school.
Als ouders en school er samen niet uitkomen, kan het OPP niet worden vastgesteld. Dit betekent echter niet dat de school geen begeleiding mag bieden. School en ouders blijven met elkaar in gesprek. Als er echt geen overeenstemming wordt bereikt, kan worden opgeschaald naar bijvoorbeeld een onderwijsconsulent of kunnen ouders gebruik maken van de klachtenregeling van het schoolbestuur.
Wat is zorgplicht?
Elk kind moet onderwijs krijgen dat bij hem of haar past, en extra hulp krijgen als dat nodig is. Het schoolbestuur moet daarvoor zorgen. Dat heet zorgplicht. Hiervoor moet de school eerst goed onderzoeken wat voor hulp jouw kind nodig heeft en of de school die extra hulp zelf kan geven. Soms heeft de school daarvoor hulp nodig van het samenwerkingsverband, of van andere deskundigen. Misschien past een andere school beter? Dan moet de school daarnaar helpen zoeken. Het schoolbestuur van de school waar jouw kind staat ingeschreven, heeft zorgplicht. Ook als de extra hulp via het samenwerkingsverband gaat.
Wanneer heeft een school zorgplicht?
De zorgplicht van de school begint op het moment dat jij jouw kind schriftelijk aanmeldt. De zorgplicht blijft bestaan tot er een andere school is waar jij jouw kind aanmeldt. Ook als die nieuwe school waar jij jouw kind aanmeldt, een andere school beter vindt passen. Alleen ouders kunnen een kind aanmelden. Lees hierover meer bij de vraag ‘Hoe meld ik mijn kind aan bij een school?’.
Soms heeft de school géén zorgplicht:
- Als de school vol is. Dat moet dan gelden voor alle aanmeldingen. Niet alleen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
- Als jij het als ouder niet eens bent met hoe de school denkt over onderwijs en opvoeding. Dit noem je ‘niet onderschrijven van de grondslag’.
- Bij een aanmelding bij een cluster 1- of cluster 2-school. Deze scholen horen niet bij een samenwerkingsverband. Zij hebben een eigen toelatingsprocedure.
Wat is een schoolbestuur?
Alle scholen hebben een schoolbestuur. Het schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor beslissingen die te maken hebben met de school en het onderwijs dat gegeven wordt. Het schoolbestuur neemt de belangrijke beslissingen over de school. Dit doen ze meestal voor meer dan één school. Soms laat het schoolbestuur veel over aan de schoolleiding, maar het bestuur blijft eindverantwoordelijk. Schoolbesturen zorgen ervoor dat het geld wordt verdeeld, scholen voldoende mensen hebben die er werken en de school goed onderwijs geeft. Schoolbesturen hebben zorgplicht. Het is de taak van het schoolbestuur ervoor te zorgen dat de school regelt dat elk kind onderwijs krijgt dat bij hem of haar past. En extra ondersteuning krijgt als dat nodig is. Dat doen ze soms met ondersteuning van het samenwerkingsverband. In de schoolgids staat bij welk schoolbestuur jouw school hoort. Lees hierover meer bij de vragen ‘Wat is zorgplicht?’ en ‘Wat is een samenwerkingsverband?’.
Wat doet het schoolbestuur en wat doet Zeeluwe?
Het vaststellen van een ondersteuningsplan is één van de belangrijkste taken van het samenwerkingsverband. Dit gebeurt één keer per vier jaar. Een ander belangrijke taak is de verdeling van de financiële middelen. Het samenwerkingsverband maakt afspraken hoe het geld wordt ingezet, waar het voor ingezet wordt en waar het aan besteed wordt. Het samenwerkingsverband heeft daarnaast de taak tot het geven of afwijzen van een TLV. Een schoolbestuur is eindverantwoordelijk voor de school. Taken van een schoolbestuur zijn het aannemen van nieuw personeel, het beheren van de financiën en het organiseren van huisvesting en onderwijsmiddelen. Soms liggen deze taken bij de school zelf. Hoe schoolbesturen dit regelen verschilt per bestuur. Het bestuur blijft wel eindverantwoordelijk.