Voor sommige kinderen is al voordat zij naar de basisschool gaan duidelijk dat een plaatsing in het S(B)O noodzakelijk is. Hiervoor is een toelaatbaarheidsverklaring nodig. Alleen scholen kunnen die aanvragen. Voor jonge kinderen die nog niet zijn ingeschreven op een school, dient de beoogde school voor speciaal (basis)onderwijs de aanvraag bij Zeeluwe in.
Ouders maken, met ondersteuning van voorschoolse instellingen en betrokken deskundigen, een keuze voor een school die hun kind de best passende ondersteuning kan bieden. Als nog niet duidelijk is welke school of welk schooltype passend onderwijs kan bieden, kan de commissie onderinstroom advies geven.
Als een school voor S(B)O passende ondersteuning kan bieden, verzorgen zij de aanvraag van een TLV onderinstroom. De commissie onderinstroom adviseert de directeur-bestuurder over de afgifte van een TLV onderinstroom (duur, schooltype, bekostigingscategorie).
TLV’s onderinstroom hebben een beperkte geldigheidsduur, meestal 3 jaren. Alleen voor ernstig meervoudig beperkte leerlingen geeft Zeeluwe eenmalig een langdurige TLV af, deze is geldig gedurende het hele verblijf in het speciaal onderwijs.
Soms bestaat ernstige twijfel bij een basisschool of zij voor een jonge leerling die nog geen onderwijs heeft gevolgd passend onderwijs te kunnen bieden. In overleg met ouders kan dan bij het SWV Zeeluwe een melding van de verlengde onderinstroom gedaan worden. Doel hiervan is om gedurende een periode van maximaal 3 jaren een poging te doen om passend onderwijs te bieden op de reguliere basisschool.
De school meldt bij het samenwerkingsverband dat ze gebruik maken van verlengde onderinstroom, schrijft de leerling in, maakt een OPP en betrekt expertise. De IB-er neemt het OPP, de evaluaties hiervan en de inbreng van extern deskundigen op in het groeidossier. Als iedereen er uiteindelijk van overtuigd is dat het S(B)O toch de juiste plek is voor de leerling, is het groeidossier de basis voor de TLV-aanvraag. Als de TLV toegekend wordt, vergoedt het samenwerkingsverband de kosten voor plaatsing in het S(B)O. Dit kan binnen een periode van 3 jaren. Deze periode kan met uitzondering door de directeur-bestuurder van samenwerkingsverband Zeeluwe verlengd worden, bijvoorbeeld als een leerling een progressieve ziekte of het syndroom van Down heeft.
Een school meldt altijd binnen 6 weken na de eerste fysieke schooldag van de leerling bij het samenwerkingsverband dat zij gebruik maken van verlengde onderinstroom, het OPP is onderdeel van deze melding. Dat kan via deze link .